Begeleiding

Hier hebben we wat informatie over begeleiden, ook staat er wat informatie over de juiste informatie vinden in een bron. Wij hopen dat u hier wat aan heeft.

Als je in het woordenboek het begrip ‘begeleiden opzoekt, dan vind je omschrijvingen als: met iemand meegaan, vergezellen, bijstaan, meelopen, meevoeren, iemand helpen bij wat hij doet, ondersteunen. Dat is wat je doet als je een cliënt begeleidt tijdens een activiteit of handeling. Je werkt vanuit een hulpvraag naar een doel toe. Voorbeelden kunnen zijn: zindelijk worden, met geld om kunnen gaan, het geheugen zo lang mogelijk in stand houden of een gerecht kunnen maken.

 

Je manier van begeleiden hangt af van:

-          De beginsituatie: (ziektebeeld, beperking, mogelijkheden, ontwikkelingsfase, interesses, behoeften, leefomgeving) wat kan de cliënt zelf, waarin heeft de cliënt ondersteuning nodig, hoe is de gemoedstoestand van de cliënt, hoe wil de cliënt graag benaderd worden.

 

-          Het doel: het antwoord op de hulpvraag, het doel bepaalt mede hoe je begeleiding eruitziet. Die zal er bijvoorbeeld anders uitzien in een geheugentraining dan in het leren kaarsen maken.

Het is in praktijk niet zo dat je altijd met een vorm van begeleiding kunt volstaan. Je kunt dan bijvoorbeeld niet zeggen dat je maar op een manier iemand begeleidt. Natuurlijk spelen je eigen voorkeur, je persoonlijke eigenschappen en kwaliteiten een rol. Maar om op een effectieve manier te begeleiden moet je in staat zijn om verschillende manieren van begeleiden aan te nemen, afgestemd op de cliënt en de hulpvraag van de cliënt.

Er is niet heel veel informatie over begeleidingsbehoeften te vinden in boeken. Dit komt omdat iedereen ander begeleiding nodig heeft en het dus heel persoonlijk maakt.

Als je gaat observeren dan vraag je je zelf ook af of het kind begeleidingsbehoefte heeft. Dit moest ik me ook afvragen toen ik aan het observeren was. Hierbij had ik toevallig dat ze geen begeleiding nodig had op dat moment.  

Bron: methodiek begeleiden.

 

Bron 1: Stage.

Ik heb op stage een leerling in de klas en hij zit nu 3 weken in groep 1. Hij woont in een  pleeggezin, en is al 16x verhuisd naar verschillende plekken. Hij heeft hierdoor nooit structuur gehad in zijn leven, en hij wist hierdoor niet waar hij aan toe was. Het valt me op dat hij wel graag aanwezig is en mee wilt doen met de klas, maar hij heeft wel moeite met omgaan met anderen. Hiermee bedoel ik dat hij vaak heel enthousiast is over bepaalde zaken, als gevolg dat hij vaak door andere kinderen heen praat en niet kan wachten op zijn beurt. Hij toont veel symptomen van een peuter. Hij vind het naar mijn mening lastig dat er op school veel structuur is en regels zijn.

Ik denk echt dat hij juist behoefte heeft aan structuur, zodat hij zich kan ontwikkelen en weet waar hij aan toe is. Ik ben naar mening dat hij thuis ook structuur en regels nodig heeft. Het kan al met iets kleins beginnen, bijvoorbeeld: iedere dag om 8 uur naar bed, iedere dag om 7 uur opstaan.

 

Bron 2: Het leven van 4 jarige. ( fragment di 15 aug)

Elias woont samen met zijn 1 jarige broertje en zijn ouders. Hij vindt het lastig als zijn broertje met zijn speelgoed speelt. Als er een groep binnen komt kan hij zich geen houding aannemen en probeert grappig over te komen. Hij vindt het heel erg moeilijk om fouten te maken, zodra hij een fout maakt wordt hij boos en gefrustreerd. Zijn ouders geven aan dat hij perfectionistisch is.

Elias heeft begeleiding nodig bij zijn opdrachten, zodat hij gestimuleerd kan worden en dat hem verteld kan worden dat het niet erg is om fouten te maken. Zijn ouders kunnen hem hierin ook begeleiden, dit kunnen ze doen door te laten zien dat zij ook fouten maken.

 

Bron 3: Jo Frost: Nanny on tour. (please help us Jo.)

De kinderen hebben driftbuien en doen dingen die de ouders niet goed vinden. De ouders kiezen er dan voor om ze op de strafstoel te zetten op de gang. Ik zie aan de kinderen dat het ze niks meer doet dat ze op de stoel moeten gaan zitten, dit komt omdat ze zo vaak erop moeten. De ouders verbieden de kinderen veel, dat is ook de reden dat de kinderen zich hier dus niet vaak aanhouden.

 

Ik denk dat de kinderen behoeften hebben aan structuur en grenzen, maar op een niveau dat haalbaar is. Ik vind ook dat de ouders hier ook begeleiding bij nodig hebben, zodat ze de kinderen zelf goed kunnen begeleiden. Hierbij raad ik een gezinscoach aan. 

 

R.Benedictus,M.Van Eijkeren,R.F.M van Midde, A.Talsma. de (2014) ''Methodiek begeleiden'' ThiemeMeulenhoff bv - Amersfoort