Kleuter & Schoolkind

Hier staat wat handige informatie over de doelen en taken van een kleuter en schoolkind. Wij hopen dat u hier wat aan heeft.

 

Wat zijn de ontwikkelingstaken / doelen van een kleuter?

• Ouder(s) en familie: gezinsnormen eigen maken, je houden aan regels.

• Omgang met leeftijdgenoten: samen spelen, initiatief nemen, voor jezelf opkomen, iets delen.

• Taal: gesproken taal begrijpen, zinnen maken, een boodschap overbrengen, iets vertellen.

• Taakgerichtheid: langere tijd met een taakje bezig zijn.

• Zelfverzorging: met bestek eten, jezelf wassen, jezelf aan- en uitkleden.

• Zelfstandigheid: dingen zelf doen, zindelijkheid, weten dat je een individu bent met eigen wensen en voorkeuren, verschuiving van externe regulatie (door opvoeders) naar zelfcontrole.

• Sekse-rol: identificatie met de rol als jongen en meisje

• Herkennen en bijsturen van emoties: herkennen en benoemen van eigen gevoelens, risicovolle impulsen opmerken, beheersen of bijsturen.

• Deelname aan basisonderwijs: luisteren, in groepsverband functioneren; concentreren op taken, schoolse vaardigheden (lezen, schrijven, rekenen) eigen maken.

• Relaties met leeftijdsgenoten: aanknopen en onderhouden van wederkerige vriendschappen, geven en nemen in spel, eenvoudige conflicten oplossen, laten merken dat je de ander aardig vindt.

• Je verplaatsen in anderen: je inleven in situaties die je niet zelf meemaakt, de bedoelingen en belangen kunnen inschatten van andere kinderen en van volwassenen, rekening houden met wensen/belangen van anderen.

 

 Wat zijn de ontwikkelingstaken / doelen van een schoolkind 6-11 jaar?

• Vergroten van zelfstandigheid (t.o.v. ouders/opvoeders): privacy, een eigen mening en verantwoordelijkheid

• Herkennen en bijsturen van emoties: herkennen en benoemen van eigen gevoelens en risicovolle impulsen opmerken.

• Deelname aan basisonderwijs: luisteren, in groepsverband functioneren; concentreren op taken en schoolse vaardigheden (lezen, schrijven, rekenen) eigen maken.

• Nemen van deelverantwoordelijkheden thuis: uitvoeren van kleine taakjes, zorgen voor huisdieren. • Relaties met leeftijdsgenoten: aanknopen en onderhouden van wederkerige vriendschappen, geven en nemen in spel, eenvoudige conflicten oplossen, laten merken dat je de ander aardig vindt.

• Gebruik van basale infrastructuren: vervoer, geld, vrije tijd, digitale apparaten en de digitale wereld (internet en sociale media) gebruiken.

• Je verplaatsen in anderen: je inleven in situaties die je niet zelf meemaakt, de bedoelingen en belangen kunnen inschatten van andere kinderen en van volwassenen, rekening houden met wensen/belangen van anderen.

• Veiligheid en gezondheid: omgaan met fysieke gevaren (verkeer, vuur/hitte, water, elektriciteit, anderen die je grenzen overschrijden of je iets willen aandoen).

 

 Noordhoff, de (2015) ''NU Pedagogisch werk Opvoeding & Ontwikkeling''  - Groningen